‘In het vooruitzicht van mijn afstand van de troon wil ik mij graag tot u richten. Eenheid en vrijheid waren van oudsher de drijfveren voor de staatkundige vorming van ons land. In jaren van strijd en opstand tegen vreemde overmacht klonk het Wilhelmus als lied ter bemoediging: ‘Den Vaderlantghetrouwe, blijf ick tot inden doet’. Deze onvoorwaardelijke trouw van de Vaderdes Vaderlands is sindsdien ook waargemaakt door al degenen die gestreden hebbenvoor onze vrijheid. Tot op de dag van vandaag vormt deze trouw de grondslag vanonze vaderlandse geschiedenis verbonden met Oranje.
Sinds 1890 was onze nationale eenheid verweven met vier vrouwelijke dragers van de Kroon. Na Koningin-regentes Emma, na mijn grootmoeder Wilhelmina – krijgshaftig in oorlogstijd – en na mijn plichtbewuste moeder Juliana, had ik de opdracht en het voorrecht uw vorstin te zijn. De verbindende kracht van de vorige generaties is mij daarbij tot inspiratie geweest. In onze constitutionele monarchie met de grondwet als fundament staat de Koning voor eenheid, dienstbaar aan een samenleving in beweging.
Bij de inhuldiging zweert de Koning – ten overstaan vande Staten Generaal – de grondwet te zullen handhaven en de vrijheid en rechten van alle ingezetenen te zullen beschermen. Tegenover de verantwoordelijkheid van de ministers voor het handelen van de Koning, heeft de Koning de plicht –binnen de Kroon – zijn handelen met de ministers af te stemmen. Democratisch tot stand gekomen wetten en besluiten worden door de handtekening van de Koning bekrachtigd. In het dagelijks leven kan de Koning bijdragen tot respect voor de democratie, tot stimulering van saamhorigheid in de samenleving en tot integratie en zelfontplooiing van alle bevolkingsgroepen. Dit vraagt een ongebonden en volledige inzet voor wat zich – vroeg of laat, groot of klein –aandient als algemeen belang van onze samenleving. Niet macht, persoonlijke wil of aanspraak op erfelijk gezag, maar slechts de wil de gemeenschap te dienen kan inhoud geven aan het hedendaags Koningschap.
De vervulling van deze opdracht is gericht op een gemeenschap waarin mensen zich verbonden voelen. Tijdens deze 33 jaar heb ik tal van landgenoten mogen ontmoeten die zich voor medemensen inzetten, zich betrokken tonen en hun beste krachten willen geven voor ons land. In de meest uiteenlopende omstandigheden heb ik gezien wat creatieve inbreng en volharding teweeg kunnen brengen. Voor de indrukwekkende prestaties in wetenschap, kunst en cultuur heb ik grote waardering gekregen. Ruimte voor expressie en verkenning van nieuwe wegen zijn voor ons allen van wezenlijk belang. Het zoeken van mensen naar toenadering tot elkaar vanuit verschillende geloofsovertuiging of levensbeschouwing, heeft mij aangesproken, ook als teken van openheid en tolerantie.
Onmisbaar bij dit alles was het vertrouwen dat U mij inzo ruime mate heeft gegeven. Vreugde en nationale trots heb ik met U mogen delen. In zorgen en verdriet heb ik meegeleefd. Met spontane hartelijkheid en tekens van verbondenheid heeft de bevolking in Nederland en in de Caribischedelen van ons Koninkrijk mij gesterkt. Ook buiten de landsgrenzen zijn internationale contacten waardevol geweest voor beter begrip over en weer. Het wel en wee in de wereld raakt ons bestaan. Talrijke banden verbinden ons met bewoners in alle continenten. Dit dwingt ons open te staan voor andere levenswijzen en culturen.
Het verscheurde Europa droeg lang de littekens uit een verleden van oorlog en geweld. In de huidige tijd staan vreedzame samenwerking en besef van gezamenlijke belangen vóórop. Besluiten van de Europese Unie bepalen mede ons dagelijks leven, daar waar dit nuttig en nodig is. Ons eigenbelang brengt de verplichting mee bij te dragen aan het gemeenschappelijk belang en aan het ruimer perspectief van een gezamenlijke verantwoordelijkheid in de wereld.
Bij dit alles heb ik het grote geluk gehad mij gesteund te weten door Prins Claus. Door zijn nuchtere waarneming en relativerende benadering heeft hij bijzonder veel voor mij betekend. Met zijn inspanning voor ruimtelijke ordening, milieu, ontwikkelingssamenwerking en cultuur heeft hij de aandacht gericht op essentiële onderwerpen in de samenleving. Onze zonen heeft hij jong geleerd een open oog te hebben voor ontwikkelingen in de maatschappij en noden in de wereld. Zo heeft Prins Claus ook ons Huis dichter bij de tijd gebracht. Wellicht zal de geschiedenis uitwijzen dat de keuze voor deze echtgenoot mijn beste beslissing is geweest.
Sinds ik mijn voornemen heb aangekondigd te willen terugtreden, ben ik getroffen door overweldigende blijken van hartelijk medeleven. Daarbij werd ook ruim begrip getoond voor de wens mijn taak thans over te dragen aan de Prins van Oranje. Door intensief werkzaam te zijn op nationaal en internationaal terrein en door zijn brede belangstelling voor ontwikkelingen van deze tijd is hij in alle opzichten goed voorbereid. Tijdens de ceremoniële inhuldiging in de Nieuwe Kerk in Amsterdam zal Koning Willem-Alexander de opdracht aanvaarden die wezenlijk is aan het ambt: te handelen met voorbij zien van eigen voorkeur en te staan boven partij- en groepsbelangen. Voor deze opdracht zal hij steun vragen en het vertrouwen van het Nederlandse volk. Dat zijn innemende Máxima – met haar grote hart en zuiver gevoel voor menselijke betrekkingen – daarbij een bijzondere rol vervult, wordt door ons allen als een zegen ervaren.
Bij het neerleggen van mijn taak als vorstin vervullen mij allereerst gevoelens van diepe dankbaarheid. Zonder Uw hartverwarmende en bemoedigende tekenen van genegenheid, zouden de lasten – waarvan zeker ook sprake is geweest – wel heel zwaar hebben gewogen. Graag wil ik U allen bij dit afscheid laten weten dat Uw aanhankelijkheid mij draagkracht heeft gegeven. Ook in de toekomst zal Uw blijvende nabijheid mij steeds tot steun zijn.
Nu mijn oudste zoon deze mooie en verantwoordelijke taak morgen gaat overnemen, is het mijn innige wens dat ook het nieuwe Koningspaar zich gedragen zal voelen door Uw liefderijk vertrouwen. Ik ben ervan overtuigd dat Willem-Alexander zich in getrouwe toewijding zal inzetten voor alles wat een goed Koning verschuldigd is te doen.’